Leerplan rijles
Deel 3: Bijzondere manoeuvres
Bijzondere manoeuvres
11 Veiligheid en voertuigbeheersing
De manoeuvres beschreven in deel 10 t / m 17 worden gezien als bijzondere manoeuvres. Als je zo’n manoeuvre uitvoert, moet je al het andere verkeer voor laten gaan. Het belangrijkste is dat je de manoeuvre veilig uitvoert in combinatie met een goede voertuigbeheersing. Ze worden in dit document zeer beknopt beschreven. Het zal duidelijk worden wat te doen tijdens de lessen. In- en uitstappen en het voorbereiden van de auto worden ook als speciale manoeuvres beschouwd, maar worden in dit document niet beschreven. Vooral het uitstappen moet echter wel uiterst voorzichtig worden uitgevoerd! Kijktechniek voor je het bestuurdersportier opent: binnenspiegel, voor, linker buitenspiegel, linkerschouder
12 Hellingproef
- Stop de auto op een helling.
- Gebruik je handrem of voetrem.
- Rij weg zonder achteruit te rollen of de motor te laten afslaan.
13 Recht achteruit rijden
- Stop aan de rechterkant van de weg, ongeveer 30 cm van de stoeprand. ➢
- Zorg ervoor dat de auto en de wielen recht staan.
- Rij achteruit met lage snelheid.
- Blijf parallel aan de stoeprand rijden door kleine stuurcorrecties te maken.
- Stop na ongeveer 20 meter achteruit rijden.
14 Bocht achteruit rijden
- Stop aan de rechterkant van de weg, ongeveer 30 cm van de stoeprand. ➢ Zorg ervoor dat de auto en de wielen recht staan.
- Rij met lage snelheid de bocht achteruit.
- Blijf parallel aan de stoeprand rijden door kleine stuurcorrecties uit te voeren.
- Na de bocht, stop als de auto recht staat en de wielen recht staan.
15 Keren door 3 keer steken
- Stop aan de rechterkant van de weg.
- Stuur scherp naar links.
- Stuur net voordat je banden de stoeprand raken helemaal terug naar rechts. Je banden mogen zachtjes de stoeprand raken.
- Rij achteruit, stuur indien nodig naar rechts.
- Stuur net voordat je banden de stoeprand raken helemaal terug naar links.
- Rij weg en stuur indien nodig naar links.
16 Keren door een halve draai
- Stop indien nodig aan de rechterkant van de weg.
- Stuur naar links.
- Zorg dat je na het omdraaien een goede positie op de weg inneemt, en rij verder.
17 Vooruit parkeren in een vak
- Stop indien nodig twee parkeervakken voor je doelvak.
- Rij vanaf hier vooruit en bepaal je stuurmoment.
- Stop de auto als de auto recht staat en de wielen recht staan.
18 Achteruit parkeren in een vak
- Stop eventueel twee parkeerplaatsen verder dan je doelvak.
- Rij vanaf hier achteruit en bepaal je stuurmoment.
- Stop de auto als de auto recht staat en de wielen recht staan.
19 Achteruit file parkeren
- Stop naast de auto, waar je hem achter gaat parkeren.
- Rijd achteruit en bepaal je stuurmoment.
- Stuur op het juiste moment terug en eindig parallel aan de stoeprand.
20 Vooruit file parkeren
- Stop indien nodig naast de auto, waar je hem voor gaat parkeren.
- Rij vooruit en bepaal je stuurmoment.
- Stuur terug als de voorwielen dicht bij de stoeprand komen.
- Stop wanneer de auto parallel aan de stoeprand staat.
Download de pdf hier:
Download Manual (EN)
Download Handleiding (NL)
Manoeuvres op een examen?
De examinator zal je vragen om tijdens een examen twee manoeuvres uit te voeren.
Bekijk deel 2 : Rijden op de weg
Bekijk deel 4 : Verkeerssituaties
Of neem direct contact op
Bel ons op
+31 6 307 433 90
Mail naar
info@fastlanedriving.nl
Meld je aan